Of ik ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag een inleiding met deze invalshoek zou willen houden, vroeg mijn goede vriend Erik van Praag ruim een jaar geleden. En kijk dan vooral naar de staat van de planeet, was de vervolgvraag. We schreven ooit samen de boeken De Aarde heeft Koorts, en Het Leven een Spel – gooi die twee in een staafmixer en er ontstaat wel een idee van blijmoedig leven in een hachelijke wereld.
Dat is lastig, want doorgaande klimaatverandering en verlies aan ecosystemen en biodiversiteit maakt het leven moeilijk, armer, risicovoller. Extra lastig is dat de veranderingen niet direct zichtbaar zijn en niet iedereen direct raken, terwijl maatregelen dat wel doen. Dat vergt dus vertrouwen dat experts hun huiswerk goed hebben gedaan en meer weten dan je onderbuik. Ingrijpen vraagt begrip van het systeem en van de terugkoppelingen en tijdsvertragingen die erin zitten, want alleen dan kunnen we bijtijds en adequaat bijsturen. Doe wat nodig en mogelijk is, maar beoordeel jezelf op de kwaliteit van je bijdrage, niet op de effecten van je interventies op de gemiddelde temperatuur op aarde of de kwaliteit van de nog resterende ecosystemen. En durf te accepteren dat we collectief niet bijtijds bijsturen, en we eind deze eeuw 3-4 graden opwarming hebben gerealiseerd. In dat oog van de orkaan valt blijmoedigheid te vinden. Door zoveel mogelijk in het hier en nu te leven. Door aandacht te hebben voor de schoonheid die ons omringt, voor de gewone dagelijkse en toch zo bijzondere dingen en vooral ook de mensen om ons heen. Door oog te hebben voor zorgzaamheid, liefde, vindingrijkheid, en last but not least: hoop. Dat was allemaal kort voor de coronacrisis die vanaf maart de wereld in zijn greep kreeg. Er zijn verschillen, maar ook interessante parallellen.
De coronacrisis ontvouwt zich vele malen sneller dan de klimaatcrisis, maar ook hier blijkt hoe moeilijk het is anticiperend te handelen en al maatregelen te treffen nog voor de effecten zich in volle omvang manifesteren. Allereerst is er ook bij corona de ontkenning. Ach een virus, het zal zo’n vaart niet lopen, niet meer dan een griepje, er sterven voortdurend mensen, en ja maar de economie. Pas geleidelijk wordt duidelijk: het griepje heeft de potentie heeft de complete gezondheidszorg te ontwrichten. Het inzicht groeit voorts hoezeer het private economisch leven afhankelijk is van publieke voorzieningen en hulpbronnen, waarin we in naam der markt juist onvoldoende hadden geïnvesteerd. De parallel: onze economie is sterk afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen zoals een stabiel klimaat, een veerkrachtige natuur en cruciale voorraden, maar die putten we uit in plaats van ze te beschermen of liever nog te versterken.
Het is opmerkelijk hoezeer we in de coronacrisis durfden vertrouwen op experts, terwijl we als het over klimaat of stikstof gaat nog graag een podium geven aan de twijfelbrigadiers van Clintel of het Mesdagfonds. Toenemend vertrouwen in experts, en afnemende geloofwaardigheid van kwakzalvers, dat zou een positieve bijvangst van deze coronacrisis kunnen zijn.
Opvallend is ook het gestuntel van populisten als Baudet en Wilders in Nederland, en Trump, Bolsanaro en anderen op het wereldtoneel, die er niet in slaagden een eigen afgewogen verhaal te produceren, maar hun oordeel af laten hangen van de stemming onder het volk. Het is niet goed voorstelbaar hoe dergelijke types ons uit een corona- of klimaatcrisis kunnen leiden.
En blijmoedigheid, blijft die overeind in deze hachelijke tijden? Ik moet zeggen: gemakkelijker dan wanneer ik over klimaatverandering of biodiversiteitsverlies peins. Er zijn hartverwarmende initiatieven, de inzet en motivatie van de gehele publieke sector inspireert. Er is ruimte voor reflectie.
op wat in ons bestaan nu werkelijk van waarde is. Ik werd geraakt door een cartoon van Tom in Trouw, die een stel afbeeldt dat buiten wandelt tussen de bottende bomen, waarbij de vrouw zegt: “Als niks meer vanzelfsprekend is, is alles weer bijzonder”. Met zo’n houding is er een wereld te winnen.